Gerechtshof Den Haag, 18-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1772, BK-13-00505
Gerechtshof Den Haag, 18-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1772, BK-13-00505
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 maart 2014
- Datum publicatie
- 23 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:1772
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:557, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- BK-13-00505
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. In geschil is of inspecteur de genoemde boekwinst terecht tot de in 2008 door belanghebbende behaalde stakingswinst heeft gerekend.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00505
Uitspraak van 18 maart 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst, kantoor [P], de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 16 mei 2013, nummer SGR 12/3618, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 171.328 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.634 (hierna: de aanslag). Tevens heeft de Inspecteur aan belanghebbende bij beschikking € 6.914 aan heffingsrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking heffingsrente).
1.2. Bij verminderingsbeschikking, met dagtekening 22 december 2011, heeft de Inspecteur de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 169.417 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.634. De beschikking heffingsrente heeft hij dienovereenkomstig gewijzigd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking heffingsrente bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 16 april 2012 heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.
1.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. Van belanghebbende is een griffierecht van € 42 geheven.
1.5. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.