Gerechtshof Den Haag, 21-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2774, BK-13/00528 en BK-13/00529
Gerechtshof Den Haag, 21-03-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2774, BK-13/00528 en BK-13/00529
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 21 maart 2014
- Datum publicatie
- 18 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:2774
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2673, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-13/00528 en BK-13/00529
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. De prestaties van belanghebbende komen in aanmerking voor de vrijstelling als bedoeld in art. 11, eerste lid, aanhef en onderdelen c en f, Wet OB 1968. Belanghebbende verricht immers daartoe gekwalificeerde handelingen tegen vergoeding in opdracht van doktoren of andere verantwoordelijke personen in instellingen als bedoeld in genoemd artikel ten behoeve van de patiënten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-13/00528 en 13/00529
Uitspraak van 21 maart 2014
in het geding tussen:
[X], gevestigd te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Rijnmond (kantoor [P]), de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 mei 2013, nummers SGR 12/9981 en 12/9982 inzake de hierna vermelde naheffingsaanslagen en beschikkingen.
Naheffingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende zijn over het tijdvak van 1 augustus 2010 tot en met 31 december 2010 en over het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 maart 2011 naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd van respectievelijk € 27.916 en € 1.500 en is bij beschikking over eerstgenoemd tijdvak € 281 aan heffingsrente in rekening gebracht. Bij beschikking is over laatstgenoemd tijdvak € 50 boete opgelegd.
1.2. Bij uitspraken van 17 september 2012 heeft de Inspecteur de bezwaren van belanghebbende afgewezen.
1.3. Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. In elk van beide zaken is een griffierecht van € 310 geheven.
1.4. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.