Gerechtshof Den Haag, 14-10-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3481, BK-14_00208
Gerechtshof Den Haag, 14-10-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3481, BK-14_00208
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 14 oktober 2014
- Datum publicatie
- 27 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:3481
- Zaaknummer
- BK-14_00208
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat belanghebbende, die kosten ter zake van de opvang van zijn kleinkinderen in aftrek gebracht wil zien, bewijst dat hij die kosten daadwerkelijk en voor dat doel heeft gemaakt. Belanghebbende heeft niet aan de op hem rustende bewijslast voldaan. Niet aannemelijk is geworden dat belanghebbende daadwerkelijk elke maand een bedrag van € 1.787,50 aan zijn schoonzoon heeft betaald. Voorts is evenmin aannemelijk geworden dat de gestelde betalingen zijn gedaan tot vergoeding van aftrekbare kosten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00208
Uitspraak d.d. 14 oktober 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor [P], de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 februari 2014, nummer SGR 13/6891, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.959.
Bij beschikking is een bedrag van € 511 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van 12 juli 2013 beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de belastingaanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.559 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 44 gelast.