Gerechtshof Den Haag, 05-12-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3990, 11-00508
Gerechtshof Den Haag, 05-12-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3990, 11-00508
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 5 december 2014
- Datum publicatie
- 12 december 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:3990
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2786, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 11-00508
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. A, het bedrijfstakpensioenfonds van het personeel dat werkzaam is en was in de sector zorg en welzijn, valt niet als gemeenschappelijk beleggingsfonds onder de vrijstellingsbepaling.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-11/00508
Uitspraak van 5 december 2014
in het geding tussen:
de fiscale eenheid [X], [Y] B.V. c.s. te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Amsterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 juli 2011, nummer AWB 09/8541 OB.
Voldoening op aangifte, bezwaar en beroep
Belanghebbende heeft over het tijdvak van juli 2009 € 510.423 aan omzetbelasting op aangifte voldaan. Voor een bedrag van € 157.297 heeft zij bezwaar gemaakt tegen de voldoening.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de voldoening op aangifte gehandhaafd.
Tegen de uitspraak van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank. Een griffierecht van € 297 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Hoger beroep
Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 454 is geheven.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Mede in verband met het bij het Hof van Justitie van de Europese Unie aanhangig zijn van de procedure "ATP PensionService A/S", op de uitkomst waarvan, te weten HvJ EU 13 maart 2014, C‑464/12, BNB 2014/207, partijen hebben gereageerd, belanghebbende bij brief van 23 juni 2014 en de Inspecteur bij brief van 22 augustus 2014, heeft de mondelinge behandeling van de zaak eerst plaatsgehad ter zitting van het Hof van 17 oktober 2014 in Den Haag. Partijen zijn verschenen.