Gerechtshof Den Haag, 26-11-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4125, BK-14-00109
Gerechtshof Den Haag, 26-11-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4125, BK-14-00109
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 november 2014
- Datum publicatie
- 7 januari 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:4125
- Zaaknummer
- BK-14-00109
Inhoudsindicatie
In geschil is of belanghebbende is aan te merken als een ANBI als bedoeld in artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00109
Uitspraak d.d. 26 november 2014
in het geding tussen:
[X] gevestigd te [Z]belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst Oost-Brabant, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 januari 2014, nummer SGR 13/6442, betreffende na te vermelden beschikking.
Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 6 november 2012 heeft de Inspecteur het verzoek van belanghebbende om te worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) afgewezen.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 27 juni 2013 het tegen de afwijzing gerichte bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Loop van het geding in hoger beroep
Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 493. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 3 september 2014, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.