Gerechtshof Den Haag, 11-02-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:475, 13-00336
Gerechtshof Den Haag, 11-02-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:475, 13-00336
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 11 februari 2014
- Datum publicatie
- 26 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:475
- Zaaknummer
- 13-00336
Inhoudsindicatie
Erfbelasting. Belanghebbendes grief inzake schending van art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM moet worden verworpen, gezien rechtsoverweging 3.4.2 van het arrest van de Hoge Raad van 22 november 2013, nr. 13/02453, ECLI:NL:HR:2013:1212. Van vermindering van de aanslag of recht op schadevergoeding ex artikel 8:73 Awb op deze grond kan dan ook geen sprake zijn. Het Hof ziet in de contacten tussen de gemachtigde van belanghebbende en het Ministerie van Financiën geen grond voor de door belanghebbende gewenste vergoeding van proceskosten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00336
Uitspraak d.d. 11 februari 2014
in het geding tussen:
[X], wonende te [Z], hierna: belanghebbende
en
de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, hierna: de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank
Den Haag van 26 februari 2013, nummer AWB 12/11465, betreffende de hierna te vermelden aanslag in de erfbelasting wegens een verkrijging in het jaar 2011.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is een aanslag in de erfbelasting met dagtekening 31 mei 2012 opgelegd wegens een verkrijging in het jaar 2011 ter hoogte van € 681.447. Naar aanleiding van deze verkrijging is een aanslag opgelegd van € 120.772. Ook is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de verkrijging verminderd tot € 204.394 en de aanslag verminderd tot € 25.184. De beschikking inzake heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.