Gerechtshof Den Haag, 03-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:827, BK-13-00215
Gerechtshof Den Haag, 03-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:827, BK-13-00215
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 januari 2014
- Datum publicatie
- 24 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:827
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:554, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-13-00215
Inhoudsindicatie
Motorrijtuigenbelasting. Het geschil ziet in feite alleen op de vraag of met de vermindering van de naheffingsaanslag de mededeling over het eerste verzuim haar gelding heeft verloren, in die zin dat geen sprake (meer) is van een (eerste) verzuim in de zin van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst dan wel dat belanghebbende daarop mocht vertrouwen. Het Hof beantwoordt die vraag ontkennend.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00215
Uitspraak van 3 januari 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Centrale administratie (kantoor [P]), de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 december 2012, nummer AWB 12/7598, over een boetebeschikking.
Boetebeschikking, bezwaar en beroep
1.1. Aan belanghebbende is over het tijdvak van 10 januari 2012 tot en met 9 april 2012 in verband met het te laat betalen van motorrijtuigenbelasting bij beschikking een boete opgelegd van € 49.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de boetebeschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 42 is geheven.
1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.