Home

Gerechtshof Den Haag, 20-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1231, BK-13-01714

Gerechtshof Den Haag, 20-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1231, BK-13-01714

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
20 mei 2015
Datum publicatie
22 mei 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:1231
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13-01714

Inhoudsindicatie

In geschil is of de Inspecteur de naheffingsaanslag en de vergrijpboete terecht heeft opgelegd. In hoger beroep spitst het geschil zich wat betreft de naheffingsaanslag toe op de vragen of:

i.de Inspecteur bij belanghebbende het in rechte te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat de door belanghebbende in de aangiften over het tweede, derde en vierde kwartaal van 2010 in aftrek gebrachte ‘voorbelasting’ niet van haar zou naheffen;

ii.de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat [A] b.v. geen prestaties aan belanghebbende heeft verricht.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-13/01714

Uitspraak d.d. 20 mei 2015

in het geding tussen:

[X] b.v. te [Z], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 17 september 2013, nummer SGR 13/1251, betreffende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag en beschikkingen.

Naheffingsaanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

Met dagtekening 26 juni 2012 heeft de Inspecteur belanghebbende voor het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd (hierna: de naheffingsaanslag). De nageheven belasting bedraagt € 57.633. Daarnaast heeft de Inspecteur bij gelijktijdig gegeven beschikkingen een vergrijpboete van € 14.408 opgelegd (hierna: de boetebeschikking) en € 2.276 heffingsrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking heffingsrente).

1.2.

Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslag en de beschikkingen bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar van 18 januari 2013 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de beschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank). De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 3.570, de boetebeschikking vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 472 en de Inspecteur opgedragen aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 318 te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

"3.3 Voorbelasting

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing