Gerechtshof Den Haag, 27-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1298, BK-14-00767
Gerechtshof Den Haag, 27-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1298, BK-14-00767
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 mei 2015
- Datum publicatie
- 3 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1298
- Zaaknummer
- BK-14-00767
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of de aanslag tot het juiste bedrag is opgelegd en de beschikkingen tot de juiste bedragen zijn genomen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00767
Uitspraak d.d. 27 mei 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 juni 2014, nummer SGR 14/558, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikkingen.
Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 5.452, met verrekening van € 4.605 aan voorheffingen en € 14.124 aan eerder verleende voorlopige teruggave(n) en met inachtneming van een heffingskorting van € 1.826.
Gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag heeft de Inspecteur bij impliciet genomen beschikking het verlies uit werk en woning van het jaar vastgesteld op nihil en bij beschikking een bedrag van € 374 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is € 44 griffierecht geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.