Gerechtshof Den Haag, 03-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1471, BK-14-01512
Gerechtshof Den Haag, 03-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1471, BK-14-01512
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 juni 2015
- Datum publicatie
- 10 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1471
- Zaaknummer
- BK-14-01512
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of sprake is van niet tijdig beslissen op bezwaar, en zo ja, of de heffingsambtenaar ter zake daarvan een dwangsom heeft verbeurd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01512
Uitspraak d.d. 3 juni 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechtbank) van 31 oktober 2014, nummer ROT 14/2248, betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken de waarde op 1 januari 2012 van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 227.000 (hierna: de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslag) van de gemeente Rotterdam.
Belanghebbende heeft tegen de beschikking bezwaar gemaakt.
Op 12 maart 2014 heeft belanghebbende de heffingsambtenaar in gebreke gesteld wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar.
Belanghebbende heeft op 27 maart 2014 beroep bij de rechtbank ingesteld wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar, met het verzoek om toekenning van een dwangsom. Ter zake daarvan is € 45 griffierecht geheven. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.