Gerechtshof Den Haag, 17-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1541, BK-14-00486
Gerechtshof Den Haag, 17-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1541, BK-14-00486
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 maart 2015
- Datum publicatie
- 12 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1541
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2546
- Zaaknummer
- BK-14-00486
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of sprake is van een bron van inkomen en zo ja, of de vergoeding die belanghebbende heeft ontvangen voor haar werkzaamheden als gastouder aangemerkt moeten worden als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden. Voorts is in geschil of de Inspecteur voormeld bedrag van € 5.415 terecht niet in aftrek heeft toegelaten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-14/00486
Uitspraak d.d. 17 maart 2015
in het geding tussen:
[X], wonende te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger van beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 mei 2014, nummer SGR 13/9932, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.140. Tegelijkertijd is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht tot een bedrag van € 184.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen voormelde aanslag en beschikking afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.