Gerechtshof Den Haag, 26-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1608, BK-14-00317
Gerechtshof Den Haag, 26-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1608, BK-14-00317
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 mei 2015
- Datum publicatie
- 17 juni 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1608
- Zaaknummer
- BK-14-00317
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de aanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, of de verzuimboete terecht en tot het juiste bedrag aan belanghebbende is opgelegd en of belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding ter zake van de in de bezwaarprocedure door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00317
Uitspraak van 26 mei 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 18 maart 2014, nummer SGR 14/853, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Tegelijkertijd zijn bij separate beschikkingen een verzuimboete van € 226 aan belanghebbende opgelegd en € 44 heffingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen voormelde aanslag en beschikkingen een bezwaarschrift ingediend.
Bij uitspraak op bezwaar is de Inspecteur aan belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk tegemoet gekomen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.