Gerechtshof Den Haag, 27-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1617, BK-11_01171- _
Gerechtshof Den Haag, 27-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1617, BK-11_01171- _
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 mei 2015
- Datum publicatie
- 19 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1617
- Zaaknummer
- BK-11_01171- _
Inhoudsindicatie
In geschil is of in het onderhavige geval het bepaalde in artikel 27e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen met betrekking tot de omkering en verzwaring van de bewijslast toepassing vindt en zo deze vraag bevestigend wordt beantwoord of de Inspecteur de hoogte van de verkrijging redelijk heeft geschat.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/001171
Uitspraak van 27 mei 2015
in het geding tussen:
de erven van mevrouw [X] te [Z], belanghebbenden,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 juli 2013, nummer SGR 12/9935 betreffende de hierna te vermelden aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft op 4 oktober 2011 aan wijlen [X] een navorderingsaanslag recht van successie opgelegd naar een verkrijging krachtens erfrecht van € 100.000.000 (aanslagnummer [… 2]).
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren tegen de navorderingsaanslag afgewezen.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar in stand blijven en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding aan belanghebbenden van de proceskosten van € 1.179 en het griffierecht van € 42.