Home

Gerechtshof Den Haag, 17-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1681, BK-14-00766

Gerechtshof Den Haag, 17-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1681, BK-14-00766

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
17 juni 2015
Datum publicatie
23 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:1681
Zaaknummer
BK-14-00766

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de door de rechtbank vastgestelde waarde van de woning te hoog is

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-14/00766

Uitspraak d.d. 17 juni 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 juni 2014, nummer DOR 12/1413 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.

Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2011 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [A], [B] en [C] te [Z], voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op respectievelijk € 182.000, € 18.000 en € 546.000 (hierna: de beschikkingen). Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente [Z].

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 42.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard voor wat betreft [B], het beroep gegrond verklaard voor wat betreft [C] en [A], in zoverre de uitspraak op bezwaar vernietigd, de WOZ-beschikkingen voor de onroerende zaken [C] en [A] gewijzigd in die zin dat de waarde van deze onroerende zaken nader wordt vastgesteld op respectievelijk € 425.000 en € 145.000, de aanslagen voor de onroerende zaken [C] en [A] dienovereenkomstig verminderd en bepaald dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 42 vergoed.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing