Home

Gerechtshof Den Haag, 26-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1761, BK-14-00771 t-m BK-14-00831

Gerechtshof Den Haag, 26-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1761, BK-14-00771 t-m BK-14-00831

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
26 juni 2015
Datum publicatie
1 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:1761
Formele relaties
Zaaknummer
BK-14-00771 t-m BK-14-00831

Inhoudsindicatie

In hoger beroep houdt partijen, uitsluitend verdeeld het antwoord op de (principiële) vraag of belanghebbende voor de in geding zijnde auto's het recht heeft de BPM te berekenen aan de hand van de laagste waarde op de X-ray koerslijst, zijnde de waarde voor een marge-auto. De bedragen staan niet ter discussie

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-14/00771 t/m BK-14/00831

Uitspraak van 26 juni 2015

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht, de Inspecteur,

op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 10 juni 2014, nummers SGR 12/6733, SGR 12/6827, SGR 12/6828, SGR 12/6845, SGR 12/6846, SGR 12/6847, SGR 12/6849, SGR 12/6850, SGR 12/6851, SGR 12/6855, SGR 12/6857, SGR 12/6858, SGR 12/6859, SGR 12/6861, SGR 12/6862, SGR 12/6864, SGR 12/6867, SGR 12/6868, SGR 12/6888, SGR 12/6935, SGR 12/6938, SGR 12/6942, SGR 12/6944, SGR 12/6948, SGR 12/6959, SGR 12/6960, SGR 12/6961, SGR 12/6973, SGR 12/7001, SGR 12/7002, SGR 12/7003, SGR 12/7004, SGR 12/7005, SGR 12/7006, SGR 12/7008, SGR 12/7009, SGR 12/7010, SGR 12/7011, SGR 12/7012, SGR 12/7013, SGR 12/7014, SGR 12/7016, SGR 12/7017, SGR 12/7018, SGR 12/7019, SGR 12/7020, SGR 12/7021, SGR 12/7022, SGR 12/7023, SGR 12/7024, SGR 12/7025, SGR 12/7027, SGR 12/7028, SGR 12/7030, SGR 12/7036, SGR 12/7038, SGR 12/7042, SGR 12/7044, SGR 12/7046, SGR 12/7047 en SGR 12/7049.

Bezwaren en beroepen

1.1.

Belanghebbende heeft tussen 30 november 2010 en 23 februari 2012 voor 61 personenauto's bedragen aan belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) op aangifte voldaan. Zij heeft tegen de voldoeningen bezwaar gemaakt.

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur teruggaven verleend, een vergoeding van proceskosten in bezwaar van € 54,50 per gegrond bezwaar toegekend en bedragen aan rente vergoed.

1.3.

Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de BPM vastgesteld op in totaal € 614.976, de Inspecteur opgedragen de rente te vergoeden overeenkomstig het vermelde in overweging 14 van haar uitspraak, het verzoek om schadevergoeding afgewezen en de Inspecteur veroordeeld in de aan belanghebbende te vergoeden proceskosten van € 1.679.

Hoger beroep

Feiten

De rechtbank

Geschil en standpunten

Beoordeling

Griffierecht

Beslissing