Home

Gerechtshof Den Haag, 23-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1873, AWB - 14 _ 1002

Gerechtshof Den Haag, 23-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1873, AWB - 14 _ 1002

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
23 juni 2015
Datum publicatie
7 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:1873
Zaaknummer
AWB - 14 _ 1002

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de waarde van de woning bij uitspraak op bezwaar op een te hoog bedrag is vastgesteld. Tevens is in geschil of de rechtbank bij het toekennen van de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase terecht is uitgegaan van een tarief van € 235 per procespunt en of de rechtbank bij de bepaling van de proceskostenvergoeding voor de beroepsfase terecht is uitgegaan van wegingsfactor 0,5.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-14/01002

uitspraak d.d. 23 juni 2015

in het geding tussen:

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de Heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van rechtbank Rotterdam van 5 augustus 2014, nummer ROT 14/59 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.

Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2012 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 171.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslag) van de gemeente [Z].

1.2.

De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de waarde van de woning nader vastgesteld op € 162.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 44.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep voor zover dit ziet op de hoogte van de WOZ-waarde ongegrond verklaard en voor zover dit ziet op de hoogte van de proceskosten gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover deze ziet op de weigering om proceskosten te vergoeden in verband met het verschijnen op de hoorzitting, de vergoeding voor het verschijnen op de hoorzitting in verband met de behandeling van het bezwaar vastgesteld op € 235, bepaald dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 44 aan belanghebbende vergoedt en de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 722 te betalen aan belanghebbende.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Geschil en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het geschil

Proceskosten

Beslissing