Gerechtshof Den Haag, 06-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1921, BK-14-00319
Gerechtshof Den Haag, 06-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1921, BK-14-00319
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 juli 2015
- Datum publicatie
- 8 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1921
- Zaaknummer
- BK-14-00319
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de rechtbank een juiste proceskostenvergoeding heeft toegekend voor de beroepsfase en of de rechtbank terecht een vergoeding voor het verschijnen ter hoorzitting in bezwaar heeft toegekend. Met betrekking tot het laatste geschilpunt spitst het geschil zich toe op de vraag of het telefoongesprek van 19 augustus 2013 kan worden aangemerkt als hoorzitting.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-14/00319
Uitspraak d.d. 6 juli 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 maart 2014, nummer ROT 13/6167, betreffende de hierna vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 515.000 (hierna: de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslag) van de gemeente [Z] (hierna: de gemeente).
De heffingsambtenaar heeft het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de waarde van de woning nader vastgesteld op € 493.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd. In de uitspraak op bezwaar is voor het verlenen van rechtsbijstand aan belanghebbende een kostenvergoeding toegekend van € 241,40 voor het indienen van een bezwaarschrift (€ 235) en voor de kadastrale uittreksels (€ 6,40).
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 44.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd voor zover dit ziet op de weigering de kosten voor de hoorzitting te vergoeden, bepaalt dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht vergoedt en de heffingsambtenaar veroordeeld in de kostenvergoeding die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep en bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, welke kosten zijn begroot op € 1.217.