Gerechtshof Den Haag, 16-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1984, BK-14-00848
Gerechtshof Den Haag, 16-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1984, BK-14-00848
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 juni 2015
- Datum publicatie
- 15 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1984
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:11553, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2338, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-14-00848
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is uitsluitend in geschil of de stamverplichting tot periodieke uitkeringen per balansdatum dient te worden gewaardeerd met inachtneming van een rekenrente van vier percent, zoals de Inspecteur stelt en belanghebbende betwist. Niet in geschil is de door de Inspecteur gehanteerde overlevingstafel GBM/GBV 2003-2008
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00848
Uitspraak d.d. 16 juni 2015
in het geding tussen:
[X] B.V. gevestigd te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 juli 2014, nummer SGR 14/1723, betreffende na te vermelden navorderingsaanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is met dagtekening 4 december 2010 voor het jaar 2009 ambtshalve een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbare winst van € 1.000 en een belastbaar bedrag van nihil. Gelijktijdig met het vaststellen van deze aanslag is bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 2.460.
Belanghebbende heeft tegen de ambtshalve aanslag en de boetebeschikking een bezwaarschrift ingediend bij de Inspecteur.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de ambtshalve aanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft na dagtekening van de ambtshalve aanslag voor het jaar 2009 tweemaal een aangifte vennootschapsbelasting ingediend. Naar aanleiding daarvan heeft de Inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2009 met dagtekening 14 april 2012 een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 27.939.
Bij uitspraak op bezwaar van 18 maart 2014 heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de navorderingsaanslag afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.