Home

Gerechtshof Den Haag, 29-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2118, BK-14_00769

Gerechtshof Den Haag, 29-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2118, BK-14_00769

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
29 juli 2015
Datum publicatie
31 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:2118
Formele relaties
Zaaknummer
BK-14_00769

Inhoudsindicatie

Partijen houdt na verwijzing verdeeld de vraag of de wetswijziging, hoewel deze op het niveau van de wetgeving niet heeft geleid tot een schending van artikel 1 Eerste Protocol EVRM (artikel 1 EP), niettemin heeft geleid tot een individuele en buitensporige last in het geval van belanghebbende. Belanghebbende beantwoordt de vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend. Voor het geval voormelde vraag bevestigend moet worden beantwoord is in geschil of belanghebbende recht heeft op schadeloosstelling en zo ja tot welk bedrag.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-14/00769

Uitspraak d.d. 29 juli 2015

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 17 juni 2010, nummer 09/04601, betreffende na te melden aanslag.

Afdracht, bezwaar en geding in eerste aanleg, hoger beroep Hof Amsterdam en cassatie

1.1.

Belanghebbende heeft op 1 september 2008 voor het tijdvak juli 2008 op aangifte een bedrag van € 511.474 aan kansspelbelasting voldaan.

1.2.

Met dagtekening 15 september 2008 heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de onder 1.1 genoemde voldoening op aangifte. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 augustus 2009 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Bij uitspraak van 17 juni 2010 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het gerechtshof te Amsterdam heeft bij uitspraak van 19 juli 2012, nummer 10/00474 de uitspraak van de rechtbank vernietigd, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, het bezwaar tegen de voldoening op aangifte van kansspelbelasting ongegrond verklaard, de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende veroordeeld tot een bedrag van € 3.513, de inspecteur gelast het door belanghebbende in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 745 aan haar te vergoeden en het onderzoek over de omvang van de aan belanghebbende te vergoeden schade heropend,

1.5.

De Hoge Raad heeft bij arrest van 27 juni 2014, nummer 12/04123, ECLI:NL:HR:2014:1524, het beroep in cassatie van belanghebbende ongegrond en dat van de Staatssecretaris van Financiën gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Hof ter verdere behandeling en beslissing.

Loop van het geding gerechtshof Den Haag

2.1.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad, van welke gelegenheid beide partijen gebruik hebben gemaakt. Partijen hebben vervolgens schriftelijk op elkaars uitlatingen gereageerd.

2.2.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 11 maart 2015, gehouden te Den Haag. Beide partijen zijn ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil na verwijzing en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Arrest Hoge Raad

Beoordeling van het hoger beroep na verwijzing

Proceskosten

Beslissing