Gerechtshof Den Haag, 31-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2231, BK-14/00885 t/m BK-14/00891
Gerechtshof Den Haag, 31-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2231, BK-14/00885 t/m BK-14/00891
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 31 juli 2015
- Datum publicatie
- 21 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2231
- Zaaknummer
- BK-14/00885 t/m BK-14/00891
Inhoudsindicatie
Het geschil betreft – kort gezegd - de vraag of belanghebbende recht heeft op immateriële schadevergoeding wegens de duur van de procedure, de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten van de door de taxateur verrichte werkzaamheden met betrekking tot de taxaties en of sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/00885, BK-14/00886, BK-14/00887, BK-14/00888, BK-14/00889,
BK-14/00890, BK-14/00891
Uitspraak d.d. 31 juli 2015
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de Heffingsambtenaar,
op de hoger beroepen van de Heffingsambtenaar tegen de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam van 7 juli 2014 nummers ROT 13/2593, ROT 13/2594, ROT 13/2595, ROT 13/2596 ROT 13/2597, ROT 13/2598, ROT 13/2599 betreffende de hierna vermelde beschikkingen en aanslagen alsmede de incidenteel hoger beroepen van belanghebbende tegen die uitspraken.
Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Beschikkingen, aanslagen en bezwaar
BK-14/00885 (ROT 13/2593)
1.1.1. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak (hierna: de woning) [A] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 65.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Rotterdam.
1.1.2. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaak nader vastgesteld op € 54.000 onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.
BK-14/00886 (ROT 13/2594)
1.1.3. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) [B] en [C] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 100.000 per woning. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente Rotterdam.
1.1.4. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaken nader vastgesteld op € 80.000 per woning onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen.
BK-14/00887 (ROT 13/2595)
1.1.5. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) [D] en [E] te Rotterdam per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 75.000 per woning, van [F] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 71.000, van [G] en [H] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 67.000 per woning. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente Rotterdam.
1.1.6. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaken [D] en [E] nader vastgesteld op € 67.000 per woning, van [F] nader vastgesteld op € 61.000 en van [G] en [H] nader vastgesteld op € 58.000 per woning, een en ander onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen.
BK-14/00888 (ROT 13/2596)
1.1.7. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) [I] , [J] [K] , [L] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op respectievelijk € 142.000, € 145.000, € 144.000 en € 152.000. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente Rotterdam.
1.1.8. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaken nader vastgesteld op respectievelijk € 133.000, € 135.000, € 135.000 en € 135.000, een en ander onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen.
BK-14/00889 (ROT 13/2597)
1.1.9. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) [M] en [N] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op respectievelijk € 131.000 en € 141.000. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente Rotterdam.
1.1.10. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaken nader vastgesteld op respectievelijk € 117.000 en
€ 129.000 per woning onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen.
BK-14/00890 (ROT 13/2598)
1.1.11. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaken (hierna: de woningen) [O] , [P] [Q] [R] , [S] en [T] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 105.000 per woning. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslagen) van de gemeente Rotterdam.
1.1.12. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaken nader vastgesteld op € 95.000 per woning onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslagen.
BK-14/00891 (ROT 13/2599)
1.1.13. De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak (hierna: de woning) [U] te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2011 voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 55.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Rotterdam.
1.1.14. De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de waarde van de onroerende zaak nader vastgesteld op € 49.000 onder dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.
Beroep in eerste aanleg
1.2.1. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Dit beroep maakt deel uit van door de gemachtigde voor 43 andere belanghebbenden op dezelfde gronden ingestelde beroepen. De rechtbank heeft deze beroepen ingeboekt als 140 afzonderlijke beroepen. Voor al deze 140 beroepen tezamen is eenmaal griffierecht ten bedrage van € 318 geheven, te weten in de zaak met rechtbankkenmerk ROT 13/2567 (Hofkenmerk BK-14/00909).
1.2.2. De rechtbank heeft in de onderhavige zaken de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, bepaald dat haar uitspraken in zoverre in de plaats treden van de vernietigde besluiten en de Heffingsambtenaar voor de navolgende zaken als volgt veroordeeld in de proceskosten wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de bezwaarfase:
BK-14/00885 (ROT 13/2593) € 470
BK-14/00886 (ROT 13/2594) € 705
BK-14/00887 (ROT 13/2595) € 705
BK-14/00888 (ROT 13/2596) € 705
BK-14/00889 (ROT 13/2597) € 705
BK-14/00890 (ROT 13/2598) € 705
BK-14/00891 (ROT 13/2599) € 470,
in totaal derhalve € 4.465.
Voorts heeft de rechtbank de Heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in eerste aanleg wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft een proceskostenvergoeding toegekend voor alle 140 onder 1.2.1 genoemde zaken tezamen, berekend op een bedrag van in totaal € 1.092,50 en deze toegekend in de zaak met rechtbankkenmerk ROT 13/2567 (Hofkenmerk BK-14/00909).
Loop van het geding in hoger beroep
De Heffingsambtenaar is van alle onder 1.2.1 genoemde 140 uitspraken van de rechtbank, waaronder die van belanghebbende, in hoger beroep gekomen. Het hoger beroepschrift is ontvangen op 6 augustus 2014. Belanghebbende heeft op 18 augustus 2014 per fax een pro forma hoger beroepschrift tegen de 140 uitspraken ingediend. Na een briefwisseling met belanghebbende is dit pro forma hoger beroepschrift aangemerkt als incidenteel hoger beroep. Belanghebbende heeft op 30 september 2014 een verweerschrift ingediend als reactie op het hoger beroepschrift van de Heffingsambtenaar. De Heffingsambtenaar heeft het incidenteel ingestelde hoger beroep beantwoord.
Aan voormelde 140 hoger beroepen heeft het Hof de kenmerken BK-14/00853 tot en met BK-14/00992 toegekend.
Op 4 juni 2015 heeft het Hof van de zijde van belanghebbende - als aanvulling op het incidenteel hoger beroep - een verzoek om immateriële schadevergoeding ontvangen.
De mondelinge behandeling van alle zaken heeft plaatsgehad ter zitting van 16 juni 2015. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Ter zitting zijn alle onder 2.2 genoemde zaken gezamenlijk behandeld.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de Heffingsambtenaar op 30 juni 2015 nog een stuk ingezonden. Het Hof heeft, gelet op de inhoud van dat stuk, geen aanleiding gezien het onderzoek te heropenen. Het stuk is aan het dossier toegevoegd, maar maakt geen deel uit van de gedingstukken.