Gerechtshof Den Haag, 22-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2234, BK-14_01637
Gerechtshof Den Haag, 22-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2234, BK-14_01637
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 juli 2015
- Datum publicatie
- 21 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2234
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:425
- Zaaknummer
- BK-14_01637
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de met ingang van 1 januari 2013 in artikel 32bd van de Wet LB 1964 opgenomen regeling in het geval van belanghebbende leidt tot een belastingheffing die in strijd is met artikel 1 en het systeem van de Wet op de Loonbelasting 1964; artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: artikel 1 EP EVRM), waarbij het geschil zich in het bijzonder toespitst op de vragen of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt ontoelaatbaar is en of hiermee een disproportionele last op belanghebbende wordt gelegd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01637
Uitspraak van 22 juli 2015
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 28 oktober 2014, nummer SGR 14/3297 betreffende het bezwaar van belanghebbende tegen de na te melden afdracht op aangifte.
Afdracht, bezwaar en geding in eerste aanleg
Belanghebbende heeft over het tijdvak maart 2013 aangifte voor de loonheffingen gedaan, waarop zij onder meer een bedrag van € 918.350 aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) heeft afgedragen (hierna: de afdracht op aangifte).
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen de afdracht op aangifte afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.