Home

Gerechtshof Den Haag, 22-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2349, BK-14/00375

Gerechtshof Den Haag, 22-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2349, BK-14/00375

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 mei 2015
Datum publicatie
3 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:2349
Zaaknummer
BK-14/00375

Inhoudsindicatie

Partijen houdt in hoger beroep, net als voor de rechtbank, het antwoord op de vragen verdeeld of de Inspecteur heeft geweigerd uitspraak te doen en of belanghebbende recht heeft op een dwangsom en op een vergoeding van de (werkelijke) kosten in de bezwaarfase.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-14/00375

Uitspraak van 22 mei 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 maart 2014, nr. SGR 13/7897.

Bezwaar, beroep, hoger beroep en feiten

1.1.

Belanghebbende maakt bezwaar tegen de inhouding door [Y] V.O.F. te [A] van loonheffingen over april 2013. Het bezwaarschrift vermeldt:

"(…) De heer [X] is van mening dat hij kwalificeert als ondernemer voor de inkomstenbelasting en ondersteunt het standpunt van [Y] V.O.F. (…)"

1.2.

Belanghebbende stelt de Inspecteur schriftelijk in gebreke vanwege het niet (tijdig) hebben beslist op het bezwaar en verzoekt alsnog binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling uitspraak op bezwaar te doen, waarbij te kennen is gegeven dat een dwangsom is verschuldigd, als niet binnen de termijn op het bezwaar wordt beslist.

1.3.

Bij uitspraak op bezwaar verklaart de Inspecteur het bezwaar gegrond en wijst het verzoek om een kostenvergoeding af. De uitspraak vermeldt:

"(…) Binnen de hierna te omschrijven kaders wijs ik uw bezwaarschrift toe. Het boekenonderzoek is nog niet afgesloten. De belastingdienst ziet geen kans om voor 22 augustus a.s. een gemotiveerde uitspraak op bezwaar te doen. Ik wijs u en de heer [X] er met nadruk op dat ik overigens niet heb beoordeeld of de afdracht op aangifte over april 2013 inhoudelijk juist is. Aan deze toewijzing kunnen derhalve geen rechten worden ontleend met betrekking tot de afdracht van loonheffingen voor de heer [X] over de maanden volgende op april 2013. (…) U hebt om een kostenvergoeding verzocht. Dit bezwaarschrift is een bezwaarschrift tegen de inhouding van loonheffingen over de maand april 2013 door [Y] V.O.F. Er wordt volledig aan het bezwaar tegemoet gekomen. Er is naar mijn mening dan ook geen sprake van onrechtmatige daad aan de zijde van de belastingdienst die tot het vergoeden van kosten leidt. Ik wijs uw verzoek om een kostenvergoeding af."

1.4.

De Inspecteur wijst toekenning van een dwangsom af, omdat binnen twee weken na de ontvangst van de ingebrekestelling uitspraak op bezwaar is gedaan.

1.5.

Belanghebbende stelt tegen de uitspraak op bezwaar en de afwijzing van een dwangsom beroep bij de rechtbank in. Een griffierecht van € 44 is geheven.

1.6.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

1.7.

Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 122 is geheven.

1.8.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, de Inspecteur een conclusie van dupliek.

1.9.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 10 april 2015 in Den Haag. Partijen zijn verschenen.

De rechtbank

Geschil en standpunten

Beoordeling

Beslissing