Gerechtshof Den Haag, 02-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2818, DH 23-2015
Gerechtshof Den Haag, 02-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2818, DH 23-2015
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 2 oktober 2015
- Datum publicatie
- 9 oktober 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2818
- Zaaknummer
- DH 23-2015
Inhoudsindicatie
Wraking. Niet direct naar voren gebrachte wrakingsgrond was niet-ontvankelijk. Mogelijk onhandige formulering vormt geen zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid.
Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Zaaknummer : DH 23-2015Rolnummers hoofdzaak : 13/00556 en 13/00557
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken van 2 oktober 2015
inzake het mondeling verzoek tot wraking, als bedoeld in artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in de hoofdzaak met genoemde rolnummers van:
[X] ,
wonende te [Z] ,verzoeker,
Het geding
-
In de belastingprocedure (hierna: de hoofdzaak) van verzoeker als belanghebbende heeft op 29 juli 2015 een zitting van de derde enkelvoudige belastingkamer van het gerechtshof Amsterdam plaatsgevonden, alwaar de raadsheer mr. [Y] , (hierna: de raadsheer) zitting had.
-
Op die zitting heeft verzoeker een verzoek tot wraking van de raadsheer gedaan. Dit verzoek tot wraking is vastgelegd in het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting. Hierin is aangaande het verzoek tot wraking opgenomen:
" Als enige puntje heb ik nog dat bij de uitnodiging voor het bijwonen van dit onderzoek geen informatieformulier over een reiskostenvergoeding was verstrekt. Het lid van de belastingkamer geeft aan dat belanghebbende geen reiskostenvergoeding krijgt en dat dit anders is als belanghebbende in enige mate in het gelijk wordt gesteld, in welk geval er een vergoeding van reiskosten wordt verstrekt op basis van de reiskosten per openbaar vervoer tweede klasse.
U vraagt mij wat ik vind van het zojuist voorgelezen voorstel van de wederpartij om tot een compromissoire oplossing te komen. (…) dat het voorstel in deze procedure te laat is gedaan.
Ik wil dit Hof wraken omdat u heeft aangegeven dat ik geen reiskostenvergoeding krijg. U bent vooringenomen.
Het lid van de belastingkamer heeft daarna het onderzoek geschorst en belanghebbende gevraagd zijn verzoek tot wraking te herhalen, waarop belanghebbende het volgende heeft verklaard:
"De grond is dat op mijn mededeling dat er geen formulier reiskosten was meegezonden u aangaf dat er geen recht op reiskostenvergoeding is en daarna pas dat als ik gelijk zou krijgen ik recht heb op een reiskostenvergoeding."
3. Bij beslissing tot verwijzing van 14 augustus 2015 heeft de wrakingskamer van het
gerechtshof Amsterdam in het kader van 'de pilot externe wrakingskamer' de
wrakingszaak op grond van artikel 62b Wet op de rechterlijke organisatie ter verdere behandeling verwezen naar de wrakingskamer van het gerechtshof Den Haag.
4. Bij schriftelijke reactie van 2 september 2015 heeft de raadsheer de wrakingskamer medegedeeld niet te berusten in het verzoek tot wraking om de volgende reden:
“de gang van zaken ter terechtzitting vormt geen grond voor wraking. Er heeft zich ter terechtzitting niet een omstandigheid voorgedaan die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat de rechter jegens belanghebbende een vooringenomenheid koestert dan wel dat een bij belanghebbende dienaangaande bestaande vrees redelijkerwijs gerechtvaardigd is.”
5. De wrakingskamer heeft het verzoek op 18 september 2015 ter zitting van de wrakingskamer behandeld, waarbij verzoeker alsmede de raadsheer zijn verschenen en gehoord.