Home

Gerechtshof Den Haag, 28-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3100, BK-15_00322

Gerechtshof Den Haag, 28-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3100, BK-15_00322

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
28 oktober 2015
Datum publicatie
10 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:3100
Zaaknummer
BK-15_00322

Inhoudsindicatie

In het principale hoger beroep is in geschil of de Rechtbank de waarde van de onroerende zaak terecht heeft verminderd tot € 3.500.000.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00322

uitspraak d.d. 28 oktober 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de Heffingsambtenaar,

op het principale hoger beroep van de Heffingsambtenaar en het incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 4 maart 2015, nummer SGR 14/7474 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.

Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2013 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de onroerende zaak), voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld op € 3.973.961. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslag) van de gemeente [Z] .

1.2.

De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 328. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de beschikking aldus gewijzigd dat de waarde is verminderd tot € 3.500.000, de aanslag dienovereenkomstig verlaagd, de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.044 en bepaald dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de Rechtbank

Geschil en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van zowel het principale als het incidentele hoger beroep

Proceskosten

Beslissing