Gerechtshof Den Haag, 10-11-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3145, BK-14/01371
Gerechtshof Den Haag, 10-11-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3145, BK-14/01371
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 10 november 2015
- Datum publicatie
- 12 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:3145
- Zaaknummer
- BK-14/01371
Inhoudsindicatie
In geschil is of de waarde van de woning op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is op de tot de onroerende zaak behorende grond (meer in het bijzonder: op percelen 1 en 2).
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01371
uitspraak van 10 november 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Leerdam, de Heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 30 juli 2014, nummer ROT 13/2194 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2011 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 459.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2012 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Leerdam (hierna: de aanslag).
De Heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar, naar het Hof begrijpt, ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 44. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.