Gerechtshof Den Haag, 06-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3239, BK-14/00479 en BK-14/00480
Gerechtshof Den Haag, 06-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3239, BK-14/00479 en BK-14/00480
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 februari 2015
- Datum publicatie
- 20 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:3239
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2898, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-14/00479 en BK-14/00480
Inhoudsindicatie
In geschil is de vraag of de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/00479 en BK-14/00480
Uitspraak van 6 februari 2015
in het geding tussen:
[X] B.V. en [Y] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 april 2014, nrs. SGR 13/10049 en SGR 13/10054.
Bezwaar en beroep
Aan belanghebbende zijn over het tijdvak van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011 en het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 naheffingsaanslagen in de omzetbelasting van € 35.552 en € 17.776 opgelegd. Bij beschikkingen zijn € 3.041 en € 368 aan heffingsrente berekend.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.
Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 318 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.