Gerechtshof Den Haag, 02-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3372, BK-14/01627
Gerechtshof Den Haag, 02-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3372, BK-14/01627
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 2 december 2015
- Datum publicatie
- 4 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:3372
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2014:8861, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-14/01627
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of, en zo ja in hoeverre, de waarderingsuitzondering voor waterverdedigings- en waterbeheersingswerken als bedoeld in artikel 18, vierde lid van de Wet WOZ juncto artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel f, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken (hierna: URUOW) en artikel 220d, aanhef en onderdeel g, van de Gemeentewet van toepassing is. Of de waarde van de woning op een te hoog bedrag is vastgesteld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01627
Uitspraak d.d. 2 december 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwkoop, de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 31 oktober 2014, nummer ROT 14/1896, betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2012 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld op € 430.000 (hierna: de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (hierna: de aanslag) van de gemeente Nieuwkoop.
De heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de waarde van de woning nader vastgesteld op € 400.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 45.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.