Gerechtshof Den Haag, 18-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:340, BK-14-00258
Gerechtshof Den Haag, 18-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:340, BK-14-00258
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 februari 2015
- Datum publicatie
- 25 februari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:340
- Zaaknummer
- BK-14-00258
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is tussen partijen in geschil het antwoord op de vraag of de aanslag en de beschikking heffingsrente terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd onderscheidenlijk gegeven. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur daarentegen bevestigend. Wat betreft de aanslag spitst het geschil zich toe op de vragen of:
(i) bij de vaststelling van de definitieve aanslag mocht worden afgeweken van de voorlopige teruggaaf;
(ii) de aanslag binnen de redelijke termijn is vastgesteld;
(iii) belanghebbende in aanmerking komt voor een verhoging van de gecombineerde heffingskorting;
(iv) de Inspecteur belanghebbende ten onrechte aftrek van eigenwoningrente heeft geweigerd
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00258
Uitspraak d.d. 18 februari 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 februari 2014, nummer SGR 13/3448, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2009 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.747. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur aan belanghebbende bij beschikking heffingsrente tot een bedrag van € 6 in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is € 44 griffierecht geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.