Gerechtshof Den Haag, 07-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3816, BK-15/00129
Gerechtshof Den Haag, 07-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3816, BK-15/00129
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 december 2015
- Datum publicatie
- 19 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:3816
- Zaaknummer
- BK-15/00129
Inhoudsindicatie
Belanghebbende stelt zich – naar het Hof begrijpt – op het standpunt dat het niet betalen van het griffierecht haar niet kan worden tegengeworpen, aangezien het heffen van griffierecht in strijd is met onder meer de artikelen 6 en 14 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: het EVRM), artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (hierna: het IVBPR) en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00129
Uitspraak d.d. 7 december 2015
op het verzet van [X] te [Z] tegen na te noemen uitspraak.
Uitspraak en verzet
Belanghebbende is in verzet gekomen tegen de uitspraak na vereenvoudigde behandeling van de enkelvoudige belastingkamer van dit Hof van 1 mei 2015, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet betalen van het griffierecht.
De mondelinge behandeling van het verzet heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 26 oktober 2015. Daar is de Inspecteur wel, doch belanghebbende niet verschenen. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 2 september 2015 aan [A] , t.a.v. [B] aan het adres [Y] , [Z] , onder vermelding van plaats en tijdstip uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Blijkens door de griffier bij PostNL ingewonnen inlichtingen (track and trace) is de vorenbedoelde brief op 3 september 2015 op dit adres aangeboden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.