Home

Gerechtshof Den Haag, 03-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:530, BK-14-01214 en BK-14-01215

Gerechtshof Den Haag, 03-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:530, BK-14-01214 en BK-14-01215

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
3 maart 2015
Datum publicatie
12 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:530
Zaaknummer
BK-14-01214 en BK-14-01215

Inhoudsindicatie

Tussen partijen is in geschil of belanghebbende inkomsten uit de hennepkwekerij heeft genoten, en zo ja, hoe hoog de betreffende inkomsten zijn.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-14/01214 en BK-14/01215

Uitspraak van 3 maart 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 29 juli 2014, nummers SGR 14/2917 en SGR 14/2926, betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.

Aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

BK-14/01214

1.1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (hierna: Zvw 2010) opgelegd, welke is berekend naar een bijdrage-inkomen van € 33.189. Tegelijkertijd is bij beschikking heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

BK-14/01215

1.1.2.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV 2010) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 89.329. Tegelijkertijd is bij beschikking heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht. De Inspecteur heeft voorts bij beschikking op de voet van artikel 67d, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) aan belanghebbende een boete opgelegd van € 16.410.

1.2.

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de in 1.1.1 vermelde aanslag afgewezen en belanghebbendes bezwaar tegen de in 1.1.2 vermelde aanslag gedeeltelijk toegewezen, deze aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.459 en de vergrijpboete verminderd tot een bedrag van € 6.891.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep, voor zover het is gericht tegen de aanslag Zvw 2010 en de daarbij gegeven beschikking heffingsrente, ongegrond verklaard en het beroep, voor zover het is gericht tegen de aanslag IB/PVV 2010 en de daarbij gegeven beschikking heffingsrente en de boetebeschikking, gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de aanslag IB/PVV 2010 en de daarbij gegeven beschikking heffingsrente en de boetebeschikking vernietigd, de aanslag IB/PVV 2010 verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.124, de vergrijpboete verminderd tot een bedrag van € 6.849, de Inspecteur opgedragen de heffingsrente dienovereenkomstig te verminderen, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 974 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 45 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing