Home

Gerechtshof Den Haag, 03-04-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:949, BK-14 _00209

Gerechtshof Den Haag, 03-04-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:949, BK-14 _00209

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
3 april 2015
Datum publicatie
22 april 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:949
Zaaknummer
BK-14 _00209

Inhoudsindicatie

.Partijen houdt in hoger beroep het antwoord op de vraag verdeeld of de naheffingsaanslag op het juiste bedrag is vastgesteld. Meer specifiek is in geschil of het ontbreken in de auto van een alarmklasse III en het verloop van de tijd tussen de datum van de aangifte en die van de registratie factoren zijn die een vermindering van de in aanmerking te nemen waarde meebrengen. Tussen partijen staan de bedragen niet ter discussie: € 1.426 (kosten alarmklasse III), € 451 (vermindering naheffing wegens tijdsverloop) en € 47.011 (koerslijstwaarde).

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-14/00209

Uitspraak van 3 april 2015

in het geding tussen:

B.V. [X] (h/o Autobedrijf [Y]) te [Z] (voorheen Autobedrijf [Y] B.V. te [A]), belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Doetinchem, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 februari 2014, nr. SGR 13/5640.

Bezwaar en beroep

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen van € 1.946 opgelegd.

1.2.

Omdat de Inspecteur niet (tijdig) heeft beslist op het bezwaar tegen de naheffingsaanslag, stelt belanghebbende beroep in bij de rechtbank. Griffierecht is niet (afzonderlijk) geheven.

1.3.

De Inspecteur heeft naderhand bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het is gericht tegen het niet toekennen van een dwangsom, het besluit geen dwangsom toe te kennen vernietigd, een dwangsom van € 40 vastgesteld, de Inspecteur veroordeeld in de aan belanghebbende te betalen proceskosten van € 974 en het beroep voor het overige ongegrond verklaard.

Hoger beroep

2.1.

Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 493 is geheven.

2.2.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.3.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 januari 2015 in Den Haag. Partijen zijn verschenen.

2.4.

Ter zitting is ook belanghebbendes zaak met de nummers BK-14/00210 en BK-14/00250 behandeld. Wat in de ene zaak is aangevoerd en aan stukken is ingebracht geldt als aangevoerd en ingebracht in de andere zaak.

2.5.

Na de zitting heeft tussen partijen en het Hof schriftelijk en telefonisch contact plaatsgehad over de vermindering van de koerslijstwaarde wegens het tijdsverloop (zie 5.1) en hebben partijen ingestemd met het achterwege laten van een nadere zitting.

Feiten

De rechtbank

Geschil en standpunten

Beoordeling

Proceskosten en griffierecht

Beslissing