Gerechtshof Den Haag, 09-01-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:970, BK-14-00251, BK-14-00252 en BK-14-00253
Gerechtshof Den Haag, 09-01-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:970, BK-14-00251, BK-14-00252 en BK-14-00253
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 9 januari 2015
- Datum publicatie
- 28 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:970
- Zaaknummer
- BK-14-00251, BK-14-00252 en BK-14-00253
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is, net als voor de rechtbank, in geschil of ter zake van de prestaties van belanghebbende de onderwijsvrijstelling van toepassing is. Partijen houdt in het bijzonder het antwoord op de vraag verdeeld of het verzorgen van de maatschappelijke stages een activiteit is die in de vrijstelling deelt.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/00251, BK-14/00252 en BK-14/00253
Uitspraak van 9 januari 2015
in het geding tussen:
[X] B.V., statutair gevestigd te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 februari 2014, nummers SGR 13/8847, SGR 13/8849 en SGR 13/8850.
Naheffingsaanslagen, beschikking, bezwaar en beroep
Aan belanghebbende zijn over de tijdvakken van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011, van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2012 en van 1 april 2012 tot en met 30 juni 2012 naheffingsaanslagen in de omzetbelasting opgelegd van € 17.032, € 13.226 en € 6.651. Over het eerste tijdvak is bij beschikking € 251 aan heffingsrente berekend.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen en de beschikking gehandhaafd.
Tegen de uitspraken van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 318 is geheven.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.