Home

Gerechtshof Den Haag, 12-04-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1007, BK-15/00814

Gerechtshof Den Haag, 12-04-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1007, BK-15/00814

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
12 april 2016
Datum publicatie
13 april 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:1007
Zaaknummer
BK-15/00814

Inhoudsindicatie

Partijen houdt verdeeld tot welk bedrag belanghebbende recht heeft op vergoeding van kosten van de deskundige in de bezwaarfase.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00814

Uitspraak van 12 april 2016

in het geding tussen:

[X] B.V., te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Y], de Heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Heffingsambtenaar tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 17 juni 2015, nummer SGR 15/765, betreffende na te vermelden beschikkingen en aanslagen.

Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2013 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [X] […] , […] , […] , […] , […] , […] , […] , […] , […] , […] , […] en […] te [Y] voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld. Met de beschikkingen zijn in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [Y] .

1.2.

De Heffingsambtenaar heeft het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de beschikkingen en de aanslagen vernietigd en een proceskostenvergoeding van € 561 toegekend, waarvan een bedrag van € 318 betrekking heeft op een vergoeding van kosten voor na te noemen deskundige (taxatiekosten).

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover het de vergoeding voor taxatiekosten betreft, de vergoeding voor de taxatiekosten vastgesteld op € 600, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 245 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 331 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Conclusies van partijen

Oordeel van de Rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing