Gerechtshof Den Haag, 20-04-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1214, BK-00232
Gerechtshof Den Haag, 20-04-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1214, BK-00232
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 20 april 2016
- Datum publicatie
- 10 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:1214
- Zaaknummer
- BK-00232
Inhoudsindicatie
In geschil is of de waarde van de verkregen woning moet worden gesteld op de door de Inspecteur in aanmerking genomen waarde van € 117.000 (WOZ-waarde 2010), dan wel op de door belanghebbende bepleite waarde van € 79.000 (de verkoopprijs op 2 februari 2012) of subsidiair € 97.000 (WOZ-waarde 2012).
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00232
Uitspraak van 20 april 2016
het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, Rotterdam, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 november 2014, nummer AWB 14/4958 betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.
Aanslag, beschikking en bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 6 juni 2012 een aanslag in de erfbelasting opgelegd naar een belaste verkrijging in het jaar 2010 van (€ 129.690 minus vrijstelling van € 2.000) is € 127.690 (hierna: de aanslag). Voorts is gelijktijdig met de aanslag een beschikking heffingsrente gegeven.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.