Gerechtshof Den Haag, 17-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1527, BK-14/01547 tot en met BK-14/01559
Gerechtshof Den Haag, 17-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1527, BK-14/01547 tot en met BK-14/01559
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 mei 2016
- Datum publicatie
- 1 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:1527
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1339
- Zaaknummer
- BK-14/01547 tot en met BK-14/01559
Inhoudsindicatie
In geschil is of: de bezwaarschriften met betrekking tot de jaren 2007 en 2008 - met uitzondering van de navorderingsaanslag ib/pvv 2007 - terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard; of de Inspecteur naar aanleiding van een kasopstelling terecht het belastbaar inkomen uit werk en woning voor de onderhavige jaren heeft verhoogd wegens een negatief netto privé; of de Inspecteur gelet op het vorenstaande voor wat de Zvw-zaken betreft terecht van het maximum bijdrage-inkomen is uitgegaan; en of aan belanghebbende terecht voor de jaren 2007 en 2008 vergrijpboetes, en voor de jaren 2008, 2009 en 2010 verzuimboetes zijn opgelegd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/01547 t/m BK-14/01559
Uitspraak van 17 mei 2016
in het geding tussen:
[X] (1977) te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 oktober 2014, nummers SGR 13/6808, SGR 13/6809, SGR 13/6811, SGR 13/6812, SGR 13/6813, SGR 13/6815, SGR 13/6821, SGR 13/6822, SGR 13/6824, SGR 13/6825, SGR 13/6826, SGR 13/6828 en SGR 13/6830, betreffende na te vermelden (navorderings)aanslagen, beschikkingen inzake heffingsrente, verzuim- en vergrijpboetes.
(Navorderings)aanslagen, beschikkingen, boetes, bezwaren en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2004 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (ib/pvv) opgelegd (BK-14/01547), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.292. Gelijktijdig is bij beschikking € 1.650 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag ib/pvv 2004 en de beschikking gehandhaafd.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01548), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.836. Gelijktijdig is bij beschikking € 2.695 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag ib/pvv 2005 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01549), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.388. Gelijktijdig is bij beschikking € 2.251 aan heffingsrente in rekening gebracht. De navorderingsaanslag is op 10 mei 2012 ambtshalve verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 24.314 en € 599 aan heffingsrente.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag ib/pvv 2006 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01550), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.388. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 2.146 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 3.063 opgelegd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag ib/pvv 2007 en de beschikkingen gehandhaafd.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd (BK-14/01551), berekend naar een maximum bijdrage-inkomen Zvw van € 30.623. Gelijktijdig is bij beschikking € 196 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag Zvw 2007 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een definitieve aanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01552), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.450. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 133 aan heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 226 opgelegd.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag ib/pvv 2008 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een definitieve aanslag Zvw opgelegd (BK-14/01553), berekend naar een bijdrage-inkomen Zvw van € 10.000. Gelijktijdig is bij beschikking € 48 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag Zvw 2008 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01554), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.318. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 1.293 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 2.630 opgelegd.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag ib/pvv 2008 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag Zvw opgelegd (BK-14/01555), berekend naar een maximum bijdrage-inkomen van € 31.231. Gelijktijdig is bij beschikking € 133 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag Zvw 2008 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2009 een definitieve aanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01556), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.325 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 78. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 1.190 aan heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 226 opgelegd.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag ib/pvv 2009 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2009 een definitieve aanslag Zvw opgelegd (BK-14/01557), berekend naar een maximum bijdrage-inkomen Zvw van € 32.369. Gelijktijdig is bij beschikking € 114 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag Zvw 2009 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2010 een definitieve aanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01558), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.262. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 584 aan heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 226 opgelegd.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag ib/pvv 2010 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2010 een definitieve aanslag Zvw opgelegd (BK-14/01559), berekend naar een maximum bijdrage-inkomen Zvw van € 33.189. Gelijktijdig is bij beschikking € 58 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag Zvw 2010 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen ib/pvv 2004, Zvw 2007, ib/pvv 2008 en Zvw 2008 ongegrond verklaard, het beroep ib/pvv 2007 gegrond verklaard, de bestreden uitspraak op bezwaar vernietigd doch uitsluitend voor zover deze ziet op de vergrijpboete, de boetebeschikking vernietigd en bepaald dat de uitspraak van de rechtbank in zoverre in de plaats treedt van de uitspraak op bezwaar, de beroepen ib/pvv 2005, ib/pvv 2006, ib/pvv 2009, Zvw 2009, ib/pvv 2010 en Zvw 2010 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar ib/pvv 2005, ib/pvv 2006, ib/pvv 2009, Zvw 2009, ib/pvv 2010 en Zvw 2010 vernietigd, de bezwaren ib/pvv 2005, ib/pvv 2006, ib/pvv 2009, Zvw 2009, ib/pvv 2010 en Zvw 2010 ontvankelijk verklaard, de (navorderings)aanslagen ib/pvv 2005, ib/pvv 2006, ib/pvv 2009, Zvw 2009, ib/pvv 2010 en Zvw 2010, de daarbij gegeven heffingsrentebeschikkingen en de daarbij bij beschikkingen opgelegde verzuimboetes gehandhaafd, bepaald dat de uitspraak van de rechtbank in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar en de Inspecteur opgedragen het in de zaak SGR 13/6808 (BK-14/01558) betaalde griffierecht van € 44 aan belanghebbende te vergoeden.
Loop van het geding in hoger beroep
Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 122. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 25 augustus 2015, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Ter zitting is tevens behandeld het hoger beroep van [X] (1973) in de zaken met kenmerk BK-14/01541 t/m BK-14/01546, van [A] in de zaken met kenmerk BK-14/01560 t/m BK-14/01565 en van [B] in de zaken met kenmerk BK-14/01566 t/m BK-14/01570. Voor zover in die zaken door partijen stukken zijn overgelegd, worden die stukken geacht ook in de onderhavige procedure te zijn overgelegd. Tevens wordt hetgeen door partijen in die zaken voor het overige is aangevoerd, aangemerkt als te zijn aangevoerd in de onderhavige zaken. Van het verhandelde ter zitting is één proces-verbaal opgemaakt.
Na sluiting van het onderzoek heeft een briefwisseling plaatsgevonden. Belanghebbende heeft bij brief, gedagtekend 28 augustus 2015, nog enkele stukken met bijlages ingezonden. De Inspecteur heeft daarop bij brief, gedagtekend 14 september 2015, gereageerd. Het Hof heeft een afschrift van de reactie van de Inspecteur aan belanghebbende doen toekomen.
Een tweede mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 1 december 2015, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen. Ter zitting is tevens behandeld het hoger beroep van [X] (1973) in de zaken met kenmerk BK-14/01541 t/m BK-14/01546, van [A] in de zaken met kenmerk BK-14/01560 t/m BK-14/01565 en van [B] in de zaken met kenmerk BK-14/01566 t/m BK-14/01570. Voor zover in die zaken door partijen stukken zijn overgelegd, worden die stukken geacht ook in de onderhavige procedure te zijn overgelegd. Tevens wordt hetgeen door partijen in die zaken voor het overige is aangevoerd, aangemerkt als te zijn aangevoerd in de onderhavige zaken. Van het verhandelde ter zitting is één proces-verbaal opgemaakt.