Gerechtshof Den Haag, 22-06-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1841, BK-15/00998
Gerechtshof Den Haag, 22-06-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1841, BK-15/00998
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 juni 2016
- Datum publicatie
- 29 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:1841
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:11124, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-15/00998
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of belanghebbende recht heeft op aftrek van premies voor particuliere verzekeringen, aftrek van uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, kosten voor levensonderhoud kinderen, specifieke zorgkosten en giften. Daarnaast is in geschil of belanghebbende recht heeft op inkomensafhankelijke kortingen en of de Inspecteur in de bezwaarfase heeft gehandeld in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00998
Uitspraak d.d. 22 juni 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] (België), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 augustus 2015, nummer SGR 14/11132, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2011 opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 49.188 (hierna: de aanslag). Bij gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag gegeven beschikking heeft de Inspecteur € 655 heffingsrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking).
Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking bezwaar gemaakt. Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 45.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.