Home

Gerechtshof Den Haag, 06-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:19, BK-15/00455

Gerechtshof Den Haag, 06-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:19, BK-15/00455

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
6 januari 2016
Datum publicatie
7 januari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:19
Zaaknummer
BK-15/00455
Relevante informatie
Wet milieubeheer [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024], Wet milieubeheer [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024] art. 10.21, Wet milieubeheer [Tekst geldig vanaf 01-07-2023 tot 01-01-2024] art. 15.33

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of de gemeente met betrekking tot de woning aan haar plicht tot inzameling van huishoudelijke afvalstoffen heeft voldaan en of de opbrengst van de op de voet van de Verordening geheven afvalstoffenheffing de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan het beheer van huishoudelijke afvalstoffen, te boven gaat.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00455

Uitspraak d.d. 6 januari 2016

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 april 2015, nummer ROT 14/6054 betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De heffingsambtenaar heeft belanghebbende voor het belastingjaar 2014 met dagtekening 17 januari 2014 een aanslag in de afvalstoffenheffing tot een bedrag van

€ 372,50 opgelegd.

1.2.

Bij faxbericht van 28 februari 2014 heeft belanghebbende daartegen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar bij uitspraak van 15 augustus 2014 ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, bepaald dat de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar in stand blijven, bepaald dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 45 vergoedt en de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 734, te betalen aan de rechtsbijstandsverlener.

Loop van het geding in hoger beroep

De Verordening

Vaststaande feiten

Geschil in hoger beroep en standpunten en conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het geschil

Proceskosten

Beslissing