Gerechtshof Den Haag, 05-07-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2107, BK-15/00361
Gerechtshof Den Haag, 05-07-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2107, BK-15/00361
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 5 juli 2016
- Datum publicatie
- 19 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:2107
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:11117, Overig
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:685
- Zaaknummer
- BK-15/00361
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de in rekening gebrachte heffingsrente tot een juist bedrag is vastgesteld. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het gehanteerde rentepercentage te hoog is. Voorts is in geschil of terecht van iedere erfgenaam griffierecht is geheven.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00361
Uitspraak d.d. 5 juli 2016
in het geding tussen:
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 26 maart 2015, nummer SGR 14/10303, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een voorlopige aanslag erfbelasting opgelegd ten bedrage van € 20.605. Gelijktijdig is bij beschikking een bedrag van € 860 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen de beschikking bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar is de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is € 45 griffierecht geheven. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.