Gerechtshof Den Haag, 03-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2118, BK-15/00282
Gerechtshof Den Haag, 03-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2118, BK-15/00282
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 mei 2016
- Datum publicatie
- 19 juli 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:2118
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6539, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2733, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-15/00282
Inhoudsindicatie
Na verwijzing is in geschil het antwoord op de volgende vragen:
- Wist belanghebbende of behoorde belanghebbende ten tijde van de vervreemding van de aandelen te weten dat de koper ([C] B.V.) van de aandelen in de B.V., of een derde, door het entameren van buiten de normale bedrijfsvoering liggende handelingen de verhaalsmogelijkheden van de Ontvanger illusoir zou maken?
- Heeft de Ontvanger aan de B.V. in strijd met een zorgvuldig gebruik van de hem toekomende beleidsvrijheid voor een langere periode uitstel van betaling verleend of met minder zekerheid genoegen genomen dan hij bij een behoorlijke uitoefening van zijn taak zou hebben gedaan indien hij niet de mogelijkheid zou hebben belanghebbende aansprakelijk te stellen, zodat belanghebbende niet aansprakelijk kan worden gehouden voor zover de B.V. zekerheid had kunnen verschaffen?
- Beschikt de Ontvanger over andere op de zaak betrekking hebbende stukken waarvan overlegging geboden is?
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00282
Uitspraak van 3 mei 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de ontvanger van de Belastingdienst Holland-Noord, kantoor Alkmaar, de Ontvanger,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 4 november 2011, nummer AWB 11/1364, betreffende de hierna vermelde beschikking.
Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Ontvanger heeft belanghebbende op 2 augustus 2010 bij beschikking aansprakelijk gesteld voor een aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2004 ten name van [Y] B.V. (hierna: de B.V.). Het bedrag van de aansprakelijkstelling is € 120.258.
De Ontvanger heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de beschikking aansprakelijkstelling bij uitspraak van 18 februari 2011 afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Haarlem. De rechtbank heeft bij haar uitspraak van 4 november 2011, nummer AWB 11/1364 het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de beschikking aansprakelijkstelling verminderd tot een bedrag van € 97.806, de Ontvanger veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en de Ontvanger gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden. De rechtbank heeft voorts bepaald dat belanghebbende invorderingsrente is verschuldigd vanaf zes weken na dagtekening van de aansprakelijkstelling.