Gerechtshof Den Haag, 08-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:259, BK-14/01209
Gerechtshof Den Haag, 08-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:259, BK-14/01209
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 8 januari 2016
- Datum publicatie
- 10 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:259
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:9147, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-14/01209
Inhoudsindicatie
Het geschil in hoger beroep betreft, net als voor de rechtbank, het antwoord op de vraag of de omzetbelasting terecht is nageheven.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/01209
Uitspraak van 8 januari 2016
in het geding tussen:
[X] B.V., statutair gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 18 juli 2014, nr. SGR 13/9860.
Bezwaar en beroep
Aan belanghebbende is over het tijdvak van 1 juli 2008 tot en met 30 september 2010 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting van € 236.303 opgelegd en bij beschikking heffingsrente van € 11.310 in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 318 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.