Home

Gerechtshof Den Haag, 05-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2626, BK-14/00089, BK-14/00090, BK-14/00091 en BK-14/00092

Gerechtshof Den Haag, 05-08-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2626, BK-14/00089, BK-14/00090, BK-14/00091 en BK-14/00092

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
5 augustus 2016
Datum publicatie
24 oktober 2016
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2016:2626
Zaaknummer
BK-14/00089, BK-14/00090, BK-14/00091 en BK-14/00092

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Winstcorrecties na compromis ter zitting verlaagd!

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-14/00089, BK-14/00090, BK-14/00091 en BK-14/00092

Uitspraak van 5 augustus 2016

in het geding tussen:

[X] , te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 7 januari 2014, nummers SGR 12/10759, SGR 12/10732, SGR 12/10734 en SGR 12/10762, betreffende na te vermelden aanslagen en beschikkingen.

Aanslagen, beschikkingen, bezwaren en gedingen in eerste aanleg

Jaar 2005

(Rechtbank nr. SGR 12/10759, Hof nr. BK-14/00089)

1.1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 387 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.615. Bij beschikkingen is een boete opgelegd van € 260 en is € 91 heffingsrente berekend.

1.1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 22 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2005 verminderd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 387 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil, de boetebeschikking gehandhaafd en € 735 aan heffingsrente vergoed.

1.1.3. Belanghebbende heeft tegen de hiervoor vermelde uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep tegen de boetebeschikking gegrond verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de boetebeschikking vernietigd, de boetebeschikking vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.461 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.

Jaar 2006

(Rechtbank nr. SGR 12/10732, Hof nr. BK-14/00090)

1.2.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2006 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 21.828. Bij beschikkingen is een boete opgelegd van € 2.154 en is € 677 heffingsrente berekend.

1.2.2. Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2006 en de beschikkingen gehandhaafd.

1.2.3. Belanghebbende heeft tegen de voormelde uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep tegen de boetebeschikking gegrond verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar voor zover die betrekking heeft op de boetebeschikking vernietigd, de boetebeschikking vernietigd en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.

Jaar 2007

(Rechtbank nrs. SGR 12/10734 en SGR 12/10762, Hof nrs. BK-14/00091 en BK-14/00092)

1.3.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.168. Bij beschikking is € 293 heffingsrente berekend.

Voorts heeft de Inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd berekend naar een bijdrage-inkomen van € 30.623. Bij beschikking is € 187 heffingsrente berekend.

1.3.2. Bij uitspraak op bezwaar van 23 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag IB/PVV 2007 verminderd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 21.191. Voorts heeft de Inspecteur € 1.197 aan heffingsrente vergoed. Bij uitspraak op bezwaar van 9 oktober 2012 heeft de Inspecteur de aanslag Zvw en de heffingsrente gehandhaafd.

1.3.3. Belanghebbende heeft tegen de hiervoor vermelde uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep tegen de aanslag Zvw en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente gegrond verklaard, het beroep voor het overige ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar betreffende de aanslag Zvw en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente vernietigd, de aanslag Zvw verminderd tot een, berekend naar een bijdrage-inkomen van € 23.979, onder dienovereenkomstige wijziging van de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing