Gerechtshof Den Haag, 16-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3425, BK-16/00045
Gerechtshof Den Haag, 16-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3425, BK-16/00045
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 november 2016
- Datum publicatie
- 18 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:3425
- Zaaknummer
- BK-16/00045
Inhoudsindicatie
Boete opgelegd aan zwartspaarder van 300 %; Beroep op gelijkheidsbeginsel. Boete mag niet hoger zijn dan aan de zoon gelijktijdig opgelegde boete voor per saldo 72 % voor hetzelfde feit.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00045
Uitspraak d.d. 16 november 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank
Den Haag van 23 december 2015, nummer SGR 13/6645 betreffende de onder 1.1. vermelde boetebeschikking.
Aanslag, boetebeschikking, beschikking heffingsrente, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.348 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 520.794. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag is een bestuurlijke boete van € 412.814 (300 percent van de boetegrondslag als bedoeld in artikel 67d lid 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr)) opgelegd (boetebeschikking) en heffingsrente in rekening gebracht (beschikking heffingsrente).
Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag, de boetebeschikking en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.348 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 182.708, de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de boete verminderd tot € 78.166 en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van € 1.224 aan proceskosten en € 44 aan griffierecht