Gerechtshof Den Haag, 18-10-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3455, BK-16/00017
Gerechtshof Den Haag, 18-10-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3455, BK-16/00017
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2016
- Datum publicatie
- 22 november 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:3455
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:14432, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-16/00017
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of belanghebbende ter zake van de geclaimde willekeurige afschrijving heeft voldaan aan het zogenoemde betalingscriterium zoals bedoeld in artikel 3.35 van de Wet IB 2001.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00017
Uitspraak van 18 oktober 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 8 december 2015, nummer SGR 14/5668, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 216.377 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 19.502. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een bedrag van € 7.862 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van negatief € 73.467 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 19.502, de beschikking inzake heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, het verlies uit werk en woning vastgesteld op € 73.467, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 1.470 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 45 gelast.