Gerechtshof Den Haag, 23-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3519, BK-16/00276
Gerechtshof Den Haag, 23-11-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3519, BK-16/00276
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 november 2016
- Datum publicatie
- 1 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:3519
- Zaaknummer
- BK-16/00276
Inhoudsindicatie
In geschil is of de (AWR) beschikking moet worden vernietigd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00276
Uitspraak d.d. 23 november 2016
in het geding tussen:
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 25 mei 2016, nummer SGR 16/876, betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft bij op grond van artikel 30j van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: de AWR) gegeven beschikking (hierna: de beschikking) belanghebbende rente tot een bedrag van € 6.068 in rekening gebracht. Het bedrag van de rente is vermeld op het aanslagbiljet met dagtekening 19 november 2015, waarmee ook de naheffingsaanslag in de loonheffingen voor het tijdvak 2013 ten bedrage van € 83.200 en de gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag opgelegde verzuimboete van € 4.920 aan belanghebbende zijn bekend gemaakt.
De Inspecteur heeft het daartegen gemaakte bezwaar bij uitspraak van 26 januari 2016 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 334. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.