Gerechtshof Den Haag, 07-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3776, BK-16/00101
Gerechtshof Den Haag, 07-12-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3776, BK-16/00101
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 december 2016
- Datum publicatie
- 20 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:3776
- Zaaknummer
- BK-16/00101
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de heffingsambtenaar het bepaalde in artikel 16 van de Wet WOZ op de juiste wijze heeft toegepast; of de waarde van de op juiste wijze afgebakende onroerende zaak ingevolge het bepaalde in artikel 18, lid 4, van de Wet WOZ juncto artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel g, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ (hierna: de waarderingsuitzondering) op nihil dient te worden gesteld; indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord: of de vastgestelde waarde van de onroerende zaak te hoog is.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00101
uitspraak d.d. 7 december 2016
in het geding tussen:
Stichting [X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z] , de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 6 januari 2016, nummer ROT 14/6561 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslagen.