Gerechtshof Den Haag, 16-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:680, BK-15/00855
Gerechtshof Den Haag, 16-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:680, BK-15/00855
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 maart 2016
- Datum publicatie
- 23 maart 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:680
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:8239, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-15/00855
Inhoudsindicatie
In geschil is of de met ingang van 1 januari 2013 in artikel 32bd van de Wet LB 1964 opgenomen regeling in het geval van belanghebbende leidt tot een belastingheffing die in strijd is met: artikel 1 en het systeem van de Wet op de Loonbelasting 1964, artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: artikel 1 EP EVRM), waarbij het geschil zich in het bijzonder toespitst op de vraag of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt ontoelaatbaar is, het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel van artikel 26 Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna: IVBPR) en artikel 14 EVRM.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00855
Uitspraak van 16 maart 2016
in het geding tussen:
[X] BV te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zaandam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) van 6 juli 2015, nummer AWB 15/208 betreffende het bezwaar van belanghebbende tegen na te melden afdracht op aangifte.