Gerechtshof Den Haag, 25-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:853, BK-14/00451
Gerechtshof Den Haag, 25-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:853, BK-14/00451
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 maart 2016
- Datum publicatie
- 31 maart 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:853
- Zaaknummer
- BK-14/00451
Inhoudsindicatie
Partijen houdt in hoger beroep, net als voor de rechtbank, het antwoord op de vraag verdeeld of de accijns van overige alcoholhoudende produkten terecht van belanghebbende is nageheven.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00451
Uitspraak van 25 maart 2016
in het geding tussen:
[X] B.V., statutair gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst Douane, kantoor Roosendaal, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 april 2014, nr. SGR 13/5875.
Bezwaar en beroep
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de accijns van overige alcoholhoudende produkten van € 899.677 opgelegd en is bij beschikking € 9.801 heffingsrente in rekening gebracht.
Bij gezamenlijke uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.
Tegen de uitspraak van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 318 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Hoger beroep
Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 493 is geheven.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend, de Inspecteur een conclusie van dupliek.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 4 maart 2016 in Den Haag. De Inspecteur is verschenen. Van de zijde van belanghebbende is niemand verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal gemaakt.
De gemachtigde van belanghebbende heeft zich van de zaak teruggetrokken. Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brieven, verzonden op 20 januari 2016 aan het adres [A] te [B] en op 28 januari 2016 aan het adres [C] te [D] (België), onder vermelding van plaats, datum en tijdstip uitgenodigd voor de zitting. Eerstgenoemde brief is op 16 februari 2016 retour ontvangen met de vermelding "niet afgehaald". Belanghebbende heeft geen domicilie in Nederland gekozen. Uit door de Inspecteur verstrekte en bij de kamer van koophandel ingewonnen informatie blijkt dat de bewaarder van boeken en bescheiden van (de inmiddels ontbonden) [X] B.V. (belanghebbende) (de inmiddels ontbonden) [Y] B.V. is, dat de bewaarder van boeken en bescheiden van [Y] B.V. [E] is en dat [E] op het adres [C] te [D] (België) woont.
Ter zitting is tegelijk belanghebbendes accijnszaak met kenmerk BK-15/00754 behandeld. Wat is aangevoerd en ingebracht in de ene zaak geldt ook voor de andere zaak.