Gerechtshof Den Haag, 30-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:907, BK-15 /00755
Gerechtshof Den Haag, 30-03-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:907, BK-15 /00755
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 30 maart 2016
- Datum publicatie
- 6 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:907
- Zaaknummer
- BK-15 /00755
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is tussen partijen uitsluitend in geschil of de Rechtbank terecht een veroordeling van de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende achterwege heeft gelaten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00755
Uitspraak van 30 maart 2016
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (hierna: de Rechtbank) van 7 mei 2015, nummer ROT 14/7027 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2013 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] te [Z] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld op € 182.000 (hierna: de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [Z] (hierna: de aanslag).
De heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, de waarde van de woning nader vastgesteld op € 171.000 en de aanslag dienen overeenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 45. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.