Gerechtshof Den Haag, 29-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1562, BK-16/00504
Gerechtshof Den Haag, 29-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1562, BK-16/00504
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 29 maart 2017
- Datum publicatie
- 2 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1562
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:12255, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-16/00504
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is evenals voor de Rechtbank in geschil of de navorderingsaanslag en de beschikkingen revisie- en belastingrente terecht is opgelegd onderscheidenlijk zijn gegeven. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende een pensioenaanspraak had in verband waarmee een voorziening is gevormd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00504
Uitspraak van 29 maart 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 12 oktober 2016, nummer SGR 16/253, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikkingen.
Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is met dagtekening 27 juni 2015 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen IB/PVV 2012 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 102.006 (de navorderingsaanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 3.904 aan belastingrente en € 15.216 aan revisierente in rekening gebracht (de beschikkingen belasting- en revisierente).
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake is een griffierecht van € 46 geheven.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.