Gerechtshof Den Haag, 31-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1639, BK-17/0079 t/m 17/00083
Gerechtshof Den Haag, 31-05-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1639, BK-17/0079 t/m 17/00083
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 31 mei 2017
- Datum publicatie
- 15 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1639
- Zaaknummer
- BK-17/0079 t/m 17/00083
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslagen dienen te worden verminderd met de voor de werknemers [Y] en [A] toegepaste bijtellingen voor privégebruik auto.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-17/0079 tot en met BK-17/0083
Uitspraak d.d. 31 mei 2017
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 18 december 2014, nummers HAA 14/1352 tot en met 14/1356 (hierna: de Rechtbank) betreffende na vermelde naheffingsaanslagen en beschikkingen.
Naheffingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en voorafgaande gedingen
De Inspecteur heeft belanghebbende op 10 september 2013 over de tijdvakken
1 januari 2008 tot en met 31 december 2008, 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009,
1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 en 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 naheffingsaanslagen in de loonheffing opgelegd van respectievelijk € 9.110, € 9.946, € 7.186, € 8.403 en € 8.152. Voorts heeft de Inspecteur bij afzonderlijke beschikkingen voor ieder tijdvak een boete opgelegd van 20 percent van de verschuldigde loonheffing.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 27 februari 2014 de naheffingsaanslagen en de boetebeschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Haarlem. De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Het gerechtshof Amsterdam heeft bij uitspraak van 11 februari 2016 het volgende beslist:
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover die betrekking heeft op de boetebeschikkingen;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank voor het overige;
- verklaart de tegen de uitspraken van de inspecteur ingestelde beroepen voor zover die betrekking hebben op de boetebeschikkingen gegrond;
- vernietigt de uitspraken van de inspecteur voor zover die betrekking hebben op de boetebeschikkingen;
- vernietigt de boetebeschikkingen;
- gelast dat de inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van, in totaal, € 821 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende tot een bedrag van € 5.022.
Belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij arrest van 20 januari 2017, nr. 16/01572, ECLI:NL:HR:2017:44, BNB 2017/65, het beroep in cassatie van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam vernietigd behoudens de beslissingen omtrent de boetebeschikkingen, het griffierecht en de proceskosten en de zaken ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof Den Haag.